Psychische aandoeningen wegen financieel zwaar door in Europa. Het totale kostenplaatje voor de 28 EU-lidstaten wordt voor 2015 op meer dan 600 miljard euro geschat. België gaf dat jaar iets meer dan 5 pct van zijn BBP (20,74 miljard euro) uit aan mentale gezondheidsproblemen. Dat blijkt donderdag uit het rapport "Health at a Glance: Europe 2018" van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), in samenwerking met de Europese Commissie.
Meer dan één op de zes mensen in Europa (17,3 procent) had in 2016 een psychisch probleem. Dat is bijna 84 miljoen mensen, zo schat het Instituut voor de Metriek en de Evaluatie van de Gezondheid (IHME) aan de universiteit van Washington. België zit met 17,9 procent iets boven dat EU-gemiddelde. In Finland, Nederland, Frankrijk en Ierland worstelen de mensen het meest met hun mentale gezondheid.
Ons land zit dan weer bij de slechte leerlingen van de klas als het gaat om het aantal zelfdodingen: 17 op 100.000 inwoners. Alleen Litouwen (30 zelfdodingen per 100.000 inwoners in 2015), Slovenië, Letland, Hongarije en Kroatië doen slechter. Landen rond de Middellandse Zee zoals Griekenland, Cyprus, Italië, Malta en Spanje doen het op dat vlak stukken beter.
De OESO noemt het kostenplaatje in de EU voor psychische aandoeningen "enorm" en spoort aan tot meer inspanningen om die problemen te behandelen en te voorkomen. In het bedrag van meer dan 600 miljard euro zitten de kosten voor gezondheidszorg en sociale zekerheidsprogramma's, maar ook indirecte kosten die te maken hebben met de impact op de arbeidsmarkt (lagere tewerkstelling en productiviteit). En dan nog spreekt de rijkelandendenktank met zetel in Parijs van een onderschatting, want onder meer de hogere sociale uitgaven voor bijvoorbeeld arbeidsongevallen en de gevolgen voor de collega's van personen met mentale aandoeningen worden niet in rekening genomen.
Behalve België besteedden Denemarken, Finland en Nederland meer dan 5 pct van hun bbp aan mentale gezondheidsproblemen. In landen als Roemenië, Bulgarije en Tsjechië schommelt dat tussen de 2 en 2,5 procent van het bbp, maar volgens de OESO kunnen die verschillen vooral worden verklaard doordat psychische problemen in sommige EU-lidstaten worden onderschat en doordat de sociale zekerheid niet overal hetzelfde vangnet biedt.