Eén of twee meter afstand houden is een achterhaalde regel om zich te beschermen tegen COVID-19 en de maatregelen worden beter aangepast aan de situatie, de ventilatie of hoe luid er wordt gesproken, zo staat in een studie.
"Fysiek afstand houden moet beschouwd worden als slechts een van de onderdelen van een ruimere benadering van de volksgezondheid", schrijven de auteurs van de studie, die deze week in het medische tijdschrift BMJ verschijnt.
Volgens de vorsers moet een geheel van factoren in rekening gebracht worden om te bepalen of de afstandsregel die de gezonheidsautoriteiten aanraden, voldoende, onvoldoende of overbodig is. Het gaat dan over ventilatie, de dichtheid van de bezetting, de duur van de blootstelling, het al dan niet dragen van een mondmasker, het geluidsniveau waarop de mensen praten (hoe luider, hoe meer en verder ze druppeltjes verspreiden).
Graduele aanbevelingen
"Veeleer dan een eenvormige en rigide afstandsregel stellen we graduele aanbevelingen voor die beter de combinatie van de veelvuldige factoren weergeven die het risico bepalen", aldus de deskundigen van de universiteit van Oxford (Groot-Brittannië) en de Amerikaanse universiteit MIT (Massachusetts Institute of Technology).
In een goed geventileerde plaats met mensen dicht op elkaar bijvoorbeeld, is het risico klein als de mensen een mondmasker dragen, praten zonder te roepen en niet lang ter plaatse blijven. Het risico wordt groter als de mensen roepen of zingen, zelfs als ze een masker dragen en slechts korte tijd blijven. Een slechte ventilatie in een gesloten ruimte vormt volgens de studie een groot risico, met of zonder masker.