Bij de coördinerende en raadgevende artsen (CRA's) in woonzorgcentra is de belasting afgelopen week gedaald, maar de werkdruk blijft nog steeds hoog. Dat blijkt uit de wekelijkse COVID-19-barometer voor de eerstelijnszorg die het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (VIVEL) dinsdag heeft gepubliceerd. Verder is er voor de derde week op rij een daling van het aantal consultaties voor luchtwegenproblemen.
Voor het eerst is er een opmerkelijke verbetering bij de CRA's. Zo hebben acht op de tien woonzorgcentra gemeld dat alles er in orde is. Bovendien is het aantal CRA's die dringend hulp nodig hebben, gedaald tegenover vorige week.
Ook bij de huisartsen en de triageposten is er deze week vooruitgang geboekt. Er is een duidelijke stijging in de praktijken die de situatie onder controle hebben (84 procent tegenover 80 procent vorige week) en een daling in het aantal praktijken die onmiddellijk hulp nodig hebben (7 procent tegenover 15 procent vorige week).
Op het vlak van werkdruk zijn de veranderingen minder opvallend. Zowel voor de huisartsen als de CRA's en de triageposten verandert er op dat vlak niet veel. Vier op de tien CRA's melden nog steeds een sterk verhoogde werkdruk, terwijl die bij de huisartsen en triageposten laag blijft in vergelijking met de normale omstandigheden.
Zo'n 19 procent van de telefonische en fysieke consultaties bij artsen hadden deze week te maken met luchtwegklachten, een symptoom van COVID-19. Dat is voor de derde week op rij een daling en bevestigt opnieuw dat er een algemene daling zit in het aantal coronapatiënten, klinkt het in het rapport. Niet alle patiënten met luchtwegklachten worden doorverwezen naar een triagepost of spoeddienst omdat ook mensen met lichte klachten naar de huisarts bellen.
De huisartsen lieten weten dat de verhouding tussen telefonische en fysieke consultaties deze week constant is gebleven. Zo'n 65 procent van de consultaties gebeurt nog telefonisch. Ook het aantal doorverwijzingen naar triage (0,9 procent tegenover 1,1 procent vorige week) en spoed (0,4 procent tegenover 0,5 procent vorige week) blijft stabiel. Bij de triageposten waren er meer fysieke consultaties in vergelijking met vorige week. Deze week gebeurde 72 procent van de consultaties fysiek, tegenover 66 procent vorige week. De doorverwijzingen naar spoed stegen licht naar 5,5 procent (tegenover 5 procent vorige week).
Deze barometer werd opgesteld met gegevens verzameld tussen 16 en 22 april. Zo'n 5.500 vragenlijsten werden ingevuld door actieve huisartsen, CRA's, apotheken, eerstelijnsvroedvrouwen en triageposten.