Wie een totale heupprothese krijgt, heeft in sommige ziekenhuizen twee tot drie keer meer kans dat er een tweede heupoperatie zal volgen, blijkt uit CM-cijfers.
In 2013 kregen bijna 20.500 patiënten een nieuwe heup. CM publiceert voor het eerst de cijfers van de Belgische ziekenhuizen. De resultaten zijn opvallend. Wie een nieuwe heup krijgt, heeft gemiddeld bijna 95% kans dat die het tien jaar zal uithouden. Internationaal gezien zijn dat goede cijfers, maar de kans op revisie loopt van ziekenhuis tot ziekenhuis uiteen.
Zelfs na correcties voor leeftijd en geslacht scoren sommige ziekenhuizen een stuk beter en andere slechter dan gemiddeld: in het UZ Mont-Godinne loop je bijna drie keer meer kans op een revisie (binnen de tien jaar). In Vlaanderen scoort het Sint-Vincentiusziekenhuis in Deinze het slechtst met een bijna twee keer zo hoge kans. In het OLV van Lourdesziekenhuis in Waregem ligt het risico dan weer bijna drie keer lager dat je heup snel aan vervanging toe is.
Andere indicatoren wijzen ook op een verschil in kwaliteit. Zo is er bij gemiddeld 17% van de ingrepen een bloedtransfusie nodig. Maar het AZ Glorieux in Ronse klopt af op 56%. De verblijfsduur in het ziekenhuis voor een totale heupprothese bedraagt 7 dagen, maar loopt van ziekenhuis tot ziekenhuis uiteen van 5 tot zelfs 24 dagen. De kans om na de operatie in intensieve zorg te belanden is gemiddeld 8%, maar in het ziekenhuis in Veurne is dat 82%.
‘De kwaliteit van de ingrepen is in ons land over het algemeen goed, maar er zijn verschillen tussen de ziekenhuizen’, zegt Luc Van Gorp. ‘Door transparant te communiceren over deze verschillen, hopen wij de algemene kwaliteit van de zorg nog te verbeteren. Voor een veel voorkomende ingreep als een totale heupprothese, zouden patiënten zich niet mogen afvragen in welk ziekenhuis ze het best terecht kunnen. Alle ziekenhuizen moeten kwaliteit leveren. Wij hopen dat onze gegevens de ziekenhuizen en zorgverleners ertoe aanzetten om te blijven investeren in die kwaliteit. En als hun resultaten vandaag minder zijn, dan hopen we dat onze gegevens een hefboom zijn om een actieplan te ontwikkelen naar een betere kwaliteit.’
Vraag is of werkelijk alle factoren zijn ingebracht om de verschillen voldoende te motiveren. Het debat kan beginnen.
De resultaten in detail vindt u op de site van de CM.
P.S.