Binnen een maand, hooguit twee maanden, komen ook bij ons nieuwe corona-sneltests op de markt. Dat schrijft De Standaard maandag. Eerder dit jaar waren er ook al sneltests verkrijgbaar, maar die bleken niet betrouwbaar. Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) reageert voorzichtig positief op de nieuwe tests.
In de VS hebben al twee grote bedrijven een sneltest ontwikkeld die is goedgekeurd door het geneesmiddelagentschap. Farmabedrijf Roche maakte vorige week bekend dat het een sneltest heeft die eind september op de markt komt. Het principe van die sneltests is duidelijk: er is een neusswab nodig, afgenomen door een arts, die vervolgens wordt ingebracht in een plastic kaartje. Een kwartier later verschijnt al het resultaat.
Zulke sneltests zouden een enorme vooruitgang betekenen, omdat de huidige wachttijd tussen de staalafname en het laboresultaat te lang is. En dat leidt tot veel frustraties bij mensen die mogelijk in quarantaine moeten in afwachting van het resultaat. Ook scholen zouden de sneltests bijvoorbeeld kunnen inzetten om superverspreiders te lokaliseren.
Eerder dit jaar hadden ook al kleinere spelers sneltests op de markt gebracht, maar die bleken onbetrouwbaar. Het FAGG is alleszins hoopvol dat deze tests wel een meerwaarde zullen zijn. "Deze nieuwe generatie sneltests hebben, op papier, betere prestaties en zijn betrouwbaarder dan de eerste tests", klinkt het. "Nu moet via studies in de praktijk gekeken worden of deze prestaties ook in realistische omstandigheden goed blijven. Het is wachten op die resultaten om te kijken welke plaats de sneltests kunnen hebben in de nationale teststrategie."
Een sneltest betekent wel niet dat de bestaande labotests overbodig worden, die zullen altijd de standaard blijven.