De reden waarom de dienst intensieve zorg van het UZ Leuven uitstekende resultaten haalt met corona-patiënten dient volgens Philippe Meersseman, als pneumoloog actief op deze dienst, gezocht te worden in de ervaring van de medische staf met complexe beademing en het feit dat het ziekenhuis over gespecialiseerde apparatuur beschikt zoals een hartlongmachine.
UZ Leuven zag het aantal corona-patiënten op de dienst intensieve zorg sinds 9 april dalen van 57 tot 22, dit ondanks het feit dat ziekenhuizen uit een brede omgeving geregeld patiënten met een complexe problematiek doorsturen naar het UZ Leuven. "In totaal hebben wij tot nu toe al 110 patiënten met COVID-19 opgenomen op de dienst intensieve zorg, van wie er tot dusver acht overleden. Van de 22 patiënten die er nu nog verblijven is 90 procent doorverwezen door andere ziekenhuizen", aldus Philippe Meersseman.
"We streven bij de beademing altijd naar een zo laag mogelijke druk in de longen. Initieel is dit bij Covid-patiënten geen probleem omdat de longen nog soepel zijn. Omdat we denken dat de longen het aankunnen, bestaat het risico dat we toch hoge drukken gaan gebruiken. Dit moet ten allen tijden vermeden worden want hoge drukken zijn heel schadelijk voor de longen. Het is heel cruciaal om dit van heel dichtbij op te volgen en indien nodig de instellingen van het beademingstoestel snel en frequent aan te passen", aldus Meersseman.
"De beademingstechniek moet opnieuw aangepast en frequent bijgestuurd worden als op een bepaald moment de longen stijver worden zoals we klassiek zien bij longontstekingen veroorzaakt door griep. Als de toestand dan nog verder ongunstig evolueert en de longen dermate stijf worden dat we er geen zuurstof meer kunnen inblazen en CO2 uitkrijgen, moeten we overschakelen op een hartlongmachine die de functie van longen overneemt zodat die kunnen rusten". Snel oppikken van de verschillende fasen en aanpassen van de therapie is volgens Meersseman cruciaal om verdere schade te vermijden.