Van 2006 tot 2011 moesten vijf ziekenhuizen meer dan een miljoen euro terugbetalen in het teken van de referentiebedragen. Op basis van de Riziv-cijfers weten we nu wie geregeld de ‘norm’  overschreed.

Dr. Hueting, voorzitter van het Kartel (ASGB, GBO, MoDes) en dr. Rutsaert, ASGB-voorzitter, interpelleerden op 23 september het Riziv om de namen te kennen van de ziekenhuizen die gesanctioneerd werden omdat ze de referentiebedragen overschreden.

“De patiënten hebben het recht om te weten welke ziekenhuizen een sanctie opliepen door de overschrijding. De terugbetaling slaat maar op 34 APR-DRG’s van de vele honderden. Het lijkt zeer plausibel dat in de minder homogene APR-DRG’s de uitgaven nog een stuk belangrijker zijn. Het zou ook zeer interessant zijn om te weten hoeveel keer dezelfde ziekenhuizen zich op de lijsten bevinden die elk jaar worden opgesteld.” Dat schreef het Kartel aan Jo De Cock, administrateur-generaal van het Riziv.

Het Riziv weigerde immers steeds om deze ziekenhuizen te identificeren. Al op 9 september gaf De Specialist het lijstje vrij van de betrokken ziekenhuizen voor 2013, wat door heel wat media werd opgepikt. Maar dat lijstje bevatte alleen de terug te storten bedragen, niet de ziekenhuizen in kwestie. Nu dus alle gegevens, want het arguement van de ingeroepen privacy gaat hier niet op volgens dr. Rutsaert en dr. Hueting. Wel dat van openbaarheid van bestuur.

Met 1.853.946 euro spant het UVC Brugmann de kroon van de gestrafte ziekenhuizen. De laatste in het rijtje is het UZ Tivoli met 485.584 euro.

Positief is volgens Ri De Ridder, directeur-generaal van het Riziv, dat het globale terug te betalen bedrag elk jaar vemindert. Voor 2006 moesten 34 ziekenhuizen collectief 5,9 miljoen euro ophoesten. In 2011 blijven ze slechts met 10 over voor een totaalbedrag van 2,3 miljoen euro. Het OLV Aalst is het enige Nederlandstalige ziekenhuis in het lijstje.