Er komt een nieuw proces - voor een burgerlijke rechtbank - tegen de arts die de euthanasie heeft uitgevoerd bij Tine Nys. Dat heeft het Hof van Cassatie dinsdag beslist.
Het parket-generaal bij het Hof van Cassatie had geadviseerd om de vrijspraak van een van de vervolgde artsen, Joris Van Hove, te verbreken omdat die onvoldoende gemotiveerd zou zijn. Het Hof van Cassatie besliste dat er een nieuw proces moet komen voor Van Hove, voor een burgerlijke rechtbank in Oost-Vlaanderen. Voor de twee andere artsen die ook vrijgesproken waren, komt er geen nieuw proces.
De 38-jarige Tine Nys kreeg op 27 april 2010 euthanasie op basis van psychisch lijden. Volgens het openbaar ministerie werden de voorwaarden van de euthanasiewet niet nageleefd en de drie artsen betrokken in de euthanasie moesten verschijnen voor het hof van assisen. Joris Van Hove gaf Tine Nys de dodelijke inspuiting en moest zich verantwoorden als uitvoerende arts.
De zaak startte nadat één van de zussen van de vrouw klacht met burgerlijke partijstelling had ingediend. Het gerecht onderzocht de zaak maar de procureur des Konings in Dendermonde vorderde de buitenvervolgingstelling. De raadkamer in Dendermonde oordeelde in 2016 om de artsen buiten vervolging te stellen, maar de burgerlijke partij ging daartegen in beroep. Het parket-generaal vroeg daarna ook de verwijzing voor vergiftiging van Tine Nys en de Gentse kamer van inbeschuldigingstelling besloot uiteindelijk eind 2018 om de drie artsen te verwijzen naar het Gentse hof van assisen voor vergiftiging. Het was de eerste keer dat artsen zich daarvoor moesten verantwoorden sinds de inwerkingtreding van de euthanasiewet in 2002.
Het Gentse hof van assisen had in de nacht van 30 op 31 januari de drie artsen vrijgesproken. Het openbaar ministerie besliste om geen eis tot cassatie in te stellen, wat betekent dat de strafrechtelijke vrijspraak van de artsen niet meer ongedaan kon gemaakt worden.