Bijna de helft van de coronabesmettingen tijdens een lockdown zoals we die nu meemaken, gebeurt in de eerste twee dagen voor de eerste symptomen optreden. Dat blijkt uit een studie die de interfederale woordvoerders presenteerden op hun dagelijkse persbriefing over het nieuwe coronavirus. De studie verscheen recent in het medisch tijdschrift Nature Medicine.

Volgens viroloog Steven Van Gucht gingen de onderzoekers na hoe mensen elkaar nog besmetten tijdens een lockdown zoals we die nu meemaken. Met andere woorden, terwijl ze voldoende fysieke afstand bewaren en binnen blijven als ze zich ziek voelen.

"De onderzoekers stelden vast dat 44 procent van de besmettingen in de eerste twee dagen voor het optreden van de symptomen gebeurden. Het overige deel gebeurde als mensen zich al ziek voelden", zei Van Gucht.

Bijna een op de twee besmettingen gebeurt dus voor er symptomen optreden. "De onderzoekers toonden ook aan dat de besmettelijkheid piekt bij het prille begin van de symptomen. We scheiden dan het meeste virus uit. Naarmate we langer ziek zijn, wordt er steeds minder virus geproduceerd."

Van Gucht hamerde er daarom op dat het belangrijk is om zich onmiddellijk te isoleren en thuis te blijven van zodra iemand bij het opstaan merkt dat hij of zij keelpijn heeft of hoest. "Op dat moment zijn we het meest besmettelijk en gaan we anderen besmetten. Denk dus niet dat het wel zal overgaan, dat je morgen wel zal zien of dat het jou niet overkomt. Beslis onmiddellijk, blijft thuis en neem contact op met uw huisarts."

Besmettingen zonder symptomen zijn dan weer moeilijker te voorkomen. "Een mogelijke strategie is het opsporen van contacten, het zogenaamde 'contact tracing'. Als iemand bericht krijgt via de telefoon of van een arts, die hen vertelt dat ze in contact kwamen met een besmet persoon en mogelijk zelf het virus dragen, dan kunnen ze zich op voorhand thuis isoleren. Op die manier besmetten ze niemand in de twee dagen voor het optreden van de eerste symptomen."

"Door dit systematisch toe te passen, gaan we het virus in de toekomst in zijn kot kunnen houden", besloot Van Gucht.