In Leuven loopt een proefproject om de aanwezigheid van het coronavirus in het afvalwater te monitoren. De KU en de stad Leuven gebruiken het rioolwater voor een vroege detectie van covid-19 in de strijd tegen lokale uitbraken. Dat melden de Leuvense universiteit en het stadsbestuur.

Bert Aertgeerts van de KU Leuven leidt het project, in samenwerking met collega-professoren Alexander Van Nuijs en Peter Delputte van UAntwerpen. "Met analyses van afvalwater willen we detecteren of en in welke mate in een bepaald gebied of populatie besmettingen voorkomen, nog voor dat blijkt uit een toename van het aantal mensen dat positief test op COVID-19", zegt Aertgeerts. "Bij een deel van de geïnfecteerde personen komen er viruspartikels voor in het spijsverteringste lsel. Die partikels worden uitgescheiden en komen zo terecht in het rioolwater."

Leuven bereidt zich voor om metingen te doen bij woonblokken met dichte bebouwing, in woonzorgcentra en bij andere woonvormen waar het risico op snelle verspreiding van het virus hoger is. Het rioolwater moet traceerbaar zijn naar een welbepaalde bron. "Het project gaat nu een proeffase in, Als het werkt, dan is het een snelle en relatief goedkope manier om zowel voor grotere gebieden als voor bijvoorbeeld een ziekenhuis of een woonzorgcentrum een vroeg waarschuwingssysteem op te zetten", stelt Aertgeerts.

Op enkele plaatsen in het rioleringsstelsel worden meermaals per week stalen genomen. In de loop van de dag wordt continu een kleine hoeveelheid afvalwater uit de riolering gepompt. Op het einde van de dag is per locatie een representatief dagstaal beschikbaar. De stalen worden geanalyseerd in de laboratoria van het Rega Instituut.