​2 – Negatieve beeldvorming: ‘Afvinkpsychiater, pillenhulpje’

Vaak komt toch ook een groot ongenoegen tot uiting. Vooral de uitdijende bureaucratie is een steen des aanstoots (75%). Psychiaters moeten zich toenemend verantwoorden.

“Ik ben verworden tot een afvinkpsychiater”, getuigt iemand. Nederlandse psychiaters in GGZ’s signaleren dat gevoel van onbehagen niet toevallig meer dan hun Belgische collega’s en dan wie academisch werkt of vrij gevestigd is.

Belgen lijken iets meer arbeidsvreugde te hebben. Ze ervaren ook een toename van dat plezier naarmate ze langer aan de slag zijn. Voor Nederlanders geldt het omgekeerde.

Andere negatieve elementen:

  • aanhoudende bezuinigingen en dus inhoudelijke afkalving (60%)
  • negatieve berichtgeving in de media (47%),
  • te weinig respect vanuit maatschappij (31%),
  • gebrek aan autonomie (25%),
  • behandelen van chronische patiënten die niet beter worden (18%)
  • te weinig inkomsten (12%).

Sprekende getuigenissen

Een Nederlandse psychiater (>55 jaar, GGZ) beschrijft haar zorg: “De inhoud van het vak is verarmd en gereduceerd. Als we niet oppassen, dan zijn we het pillenhulpje van de psycholoog die vervolgens inhoudelijk het interessantste stuk doet van de behandeling.’

Een Vlaamse collega (vrijgevestigd, 35-44 jaar) deelt haar mening: ‘De psychiater is teruggebracht tot iemand die voorschrijft of die puinruimt’.

Een Nederlandse AIOS (25-34 jaar, GGZ) schrijft: ‘We hebben het mooiste vak wat er is. (…) Mijns inziens krijgt de psychiatrie te weinig middelen om deze potentie waar te maken en worden we vaak tot pappen en nathouden gedwongen. Geen daden maar woorden.’

Minder bedden leiden blijkbaar tot meer zorgen. Daarnaast komt het vak dus geregeld negatief in het nieuws. Hoezo? Dit is het lijstje dat aanstoot geeft omdat de onderwerpen meestal eenzijdig en negatief belicht worden:

Berichtgevingen over antidepressiva (54%),
Berichten verwarde personen (46%)
Berichten suïcides (43%),
Berichten complexe patiënten (33%)

Opvallend is dat de jongeren de rol van de media als negatiever interpreteerden. Ruim twee derde van de respondenten gaf aan minimaal maandelijks vragen van patiënten te krijgen gerelateerd aan de actualiteit.

Toch staat de meerderheid van de respondenten open voor zelfkritiek:

  • de psychiater is niet voldoende zichtbaar in het maatschappelijke debat (78%)
  • de psychiater voelt zich onvoldoende vertegenwoordigd door beroepsorganisaties (65%).

Een zowel forensisch als vrijgevestigde psychiater reageert: ‘De verscheidenheid aan visies tussen collega’s is schrijnend, er is geen eenheid. Ook zijn er echt disfunctionerende psychiaters die door de krapte aan de bak blijven maar ons imago verpesten.’

Ook gelezen:

>1 - Beroepsfierheid bestaat nog

>​3 - Toekomst van de psychiatrie

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.