België besteedt 30,4 procent bbp aan sociale bescherming

Bijna een derde van het bruto binnenlands product (29%) van de Europese Unie ging in 2015 naar de sociale zekerheid. Dat is een lichte stijging tegenover 2010 (28,6%), zo meldt de Europese statistiekdienst Eurostat vrijdag. In België gaat het om 30,4% (2010: 29,4%).

Achter dat gemiddelde gaan grote verschillen schuil. In Frankrijk (34%), Denemarken en Finland (ongeveer 32%), België, Nederland, Oostenrijk en Italië (ongeveer 30%) ligt de uitgave aan sociale bescherming boven 30% van het bbp. Onder de 20% zitten landen als Roemenië en Letland (15%), Litouwen en Estland (16%), Ierland (17%), Malta, Bulgarije en Slovakije (18%) en Tsjechië (19%).

Die verschillen weerspiegelen een verschil in levensstandaard, maar ook de verschillende systemen van sociale zekerheid en demografische, economische en institutionele kenmerken eigen aan elke lidstaat.

De hoogste uitgave aan sociale zekerheid per inwoner, vond Eurostat in Luxemburg. De percentages zeggen dus niet alles over de hoogte van de bedragen: Luxemburg gaf bijvoorbeeld 'maar' 22% van het bbp aan sociale bescherming.

De rust- en overlevingspensioenen zijn gemiddeld goed voor 45,2% van de uitgaven aan sociale zekerheid. In België is dat 41,5%.

De ziekteverzekering en uitkeringen voor mindervaliden zijn goed voor 37,3% (België 37,4%). Sociale uitgaven voor kinderen/familie nemen 8,6% in, huisvesting en sociale exclusie 4,1%. De uitgaven rond werkloosheid zijn tot slot in doorsnee goed voor 4,8%. In België ligt dat bedrag met 10,7% opvallend hoger - enkel in Ierland is het nog meer.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.