Ruim één op de zeven werknemers in ons land (14,8 procent) ervaart minstens wekelijks pesterijen op het werk. Dat zegt IDEWE, een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, op basis van een eigen onderzoek waarbij 17.000 werknemers een enquête invulden. Het komt iets vaker voor bij mannen (17,7 procent) dan bij vrouwen (12,9 procent). De sectoren waar het meest gepest wordt, blijken de industrie en de overheid.
IDEWE definieert pesten op het werk als een situatie waarin een werknemer doelwit is van negatief sociaal gedrag, met concrete voorbeelden als beledigingen, uitgesloten worden, geroddel of informatie achterhouden zodat werktaken negatief beïnvloed worden.
"Het is vaak een escalerend proces waarbij het doelwit in een machteloze positie belandt en het gevoel heeft dat hij of zij zich niet kan verdedigen", zegt Lode Godderis van IDEWE. "Wetenschappelijke studies tonen aan dat slachtoffers van pesten op het werk meer mentale gezondheidsproblemen, zoals posttraumatische stress, depressie en angst, ervaren dan werknemers die niet gepest worden." Voor bedrijven zelf is het nadeel dan weer dat gepeste werknemers minder productief zijn en sneller zullen vertrekken, klinkt het.
Pesten op het werk gebeurt vooral in de industrie (21,3 procent van de werknemers) en overheid (19,7 procent) en minder in het onderwijs (10,8 procent) en gezondheidszorg (13,3 procent). IDEWE roept werkgevers op een beleid op te stellen voor meldingen en het aanpakken van pesten, zoals het aanstellen van een vertrouwenspersoon of preventieadviseur, maar ook om onderliggende oorzaken zoals te hoge werkdruk weg te werken.