Een arts die een demente patiënte doodde en daarbij zowat elke voorwaarde van de euthanasiewet schond, is toch niet doorverwezen naar het parket. Dat bericht De Standaard dinsdag.
Een diep demente patiënte met de ziekte van Parkinson kreeg op verzoek van haar familie een dodelijk spuitje toegediend door de huisarts. Er was geen verzoek van de patiënte en vermoed wordt dat de tweede, adviserende arts pas achteraf zijn 'advies' heeft geschreven.
De arts werd ondervraagd door de federale commissie voor evaluatie van euthanasie. Een meerderheid binnen die commissie vond dat er grove overtredingen van de euthanasiewet zijn gebeurd. Toch is de zaak niet doorverwezen naar het parket, omdat de noodzakelijke tweederdemeerderheid niet werd gevonden.
"De beweegredenen van de tegenstanders waren fundamenteel politiek van aard", zegt een plaatsvervangend lid dat geen stemrecht had, en zo gedegouteerd was dat hij zijn ontslag indiende. De betrokkene is voorstander van euthanasie. "Maar deze commissie vervult haar rol niet. Ze speelt zelf voor rechter."
De ontslagbrief werd niet naar de commissie zelf verstuurd, maar naar de leden van de Kamer. Een reactie bleef uit.
Wim Distelmans, de voorzitter van de Federale Commissie Euthanasie, zegt in een reactie dat de man om "didactische redenen" werd uitgenodigd. Dat omdat het niet ging om een geval van euthanasie maar om palliatieve sedatie.
Distelmans zegt ook nog niet gecontacteerd te zijn door het parket voor een eventueel onderzoek.