Gezondheidsdoelstellingen anders in Oostende dan in Maaseik?

Begin deze maand organiseerden de Onafhankelijke Ziekenfondsen een symposium over gezondheidsdoelstellingen. Vlaanderen heeft op dat vlak een aanzienlijke voorsprong op de andere regio’s van het land. Dirk Dewolf, administrateur-generaal van het Agentschap Zorg en Gezondheid, kon tijdens het afsluitende debat dan ook met een aantal concrete boodschappen uit de hoek komen.

Gezondheidsdoelstellingen zijn meetbare en algemeen aanvaarde doelstellingen die men in een welbepaalde tijdspanne wil halen om gezondheidswinst op bevolkingsniveau te realiseren. Concreet kan dat bijvoorbeeld betekenen dat men beoogt het aantal rokers tegen het jaar x met een percentage y te laten dalen.

Via het regeerakkoord van 2014 heeft de huidige regering zich ertoe verbonden om een aantal concrete gezondheidsdoelstellingen te integreren in het beleid. Daarbij werden twee hoofddoelen naar voren geschoven: enerzijds het verkleinen van de gezondheidskloof, anderzijds het opdrijven van het aantal gezonde levensjaren.

De Vlaamse overheid startte al in 1988 met het formuleren van gezondheidsdoelstellingen. Intussen zijn het er zes: een adequaat vaccinatiebeleid, goedwerkende screeningsprogramma’s voor borst-, baarmoederhals- en darmkanker, afname van zelfdoding met 20% (streefdatum: telkens 2020), valpreventie bij ouderen, een gezondere levensstijl voor iedere Vlaming (streefdatum: 2025). “We zagen op zeker ogenblik een wildgroei van gezondheidsprojecten ontstaan”, zegt dr. Dewolf. “Vandaar dat we gekozen hebben voor een gecoördineerd beleid op Vlaams niveau.”

Een mix van federaal, Vlaams en lokaal
Ook vertegenwoordigers van de Brusselse en Waalse overheid namen deel aan het debat van 4 december. Hun toelichtingen over wat er bij hen werd ontwikkeld op het vlak van gezondheidsdoelstellingen, waren veel minder concreet. En dat is misschien nog zacht uitgedrukt. Paul De Munck, voorzitter van het Franstalige huisartsensyndicaat GBO, was iets categorieker: “Vlaanderen heeft al werk gemaakt van gezondheidsdoelstellingen, maar in Brussel en Wallonië is er nog niets. Wordt het geen tijd dat we een nationaal gezondheidsplan opstellen?”

Als directeur-generaal van de FOD Volksgezondheid wijst Pedro Facon erop dat er wel degelijk federale gezondheidsinitiatieven worden genomen. We kunnen in dat verband het plan eGezondheid aanhalen.

Dirk Dewolf wil zich niet opwerpen als een voorvechter van de opeenvolgende staatshervormingen – “Het is er op bepaalde terreinen niet gemakkelijker bij geworden” –, maar hij stelt wel vast dat preventie nu exclusief naar de Gemeenschappen overgeheveld is. “We moeten ons dus niet excuseren omdat we in Vlaanderen een autonoom preventiebeleid hebben opgezet met eigen gezondheidsdoelstellingen. Dat wil niet zeggen dat we voor de zorg niet op federaal niveau moeten samenwerken. Op dat gebied zitten we namelijk intensief met elkaar verstrengeld.”

De Vlaamse overheid denkt na over specifieke gezondheidsdoelstellingen voor bepaalde subregio’s. “In Oostende is er tweemaal zoveel suïcide als in Maaseik”, geeft dr. Dewolf aan. “We kunnen dus beter hier en daar wat individueler gaan werken, veeleer dan eenheidsworst te draaien.”

Lees meer in onze laatste krant voor 2017, vandaag bij u in de bus.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.