Het ene supplement is het andere niet

Dokter Robert Rutsaert (ASGB) pikt in op de supplementenproblematiek en de wet op een supplementenverbod ambulante geneeskunde voor mensen met een verhoogde tegemoetkoming. Die zette even de medicomut onder hoogspanning door de Bvas-boodschap dat het syndicaat de opzegprocedure van het akkoord op gang zou trekken.

“Het was nogal pretentieus om die wet nog te willen veranderen”, meent hij. Anderzijds: er zijn supplementen en supplementen - zoals we de vorige dagen al gecommuniceerd hebben. Het ene supplement is het andere niet. Dokter Rutsaert dist enkele voorbeelden op waar die supplementen wel gewettigd kunnen zijn. We pikken er enkele uit. 

“In ons GZA-ZNA-ziekenhuisnetwerk trok men 261 miljoen uit, gespreid over 17 jaar, voor een nieuw elektronisch patiëntendossier (EPD). Een minimaal stukje van dat bedrag werd voorzien via het BFM dat het ziekenhuis kreeg. Daarnaast engageerde de medische raad zich om flink bij te springen via de artsen zelf. Er werd afgesproken om het supplementenplafond te verhogen van 130 naar 150%. Van die verhoging krijgen artsen niets terug, integendeel: hun inkomen wordt zelfs door verlaagd door deze EPD-operatie.”

Een ander voorbeeld is de sluiting van het linker hartoortje. Een nog niet-terugbetaalde prestatie waarvoor voorlopig geen euro ter beschikking is om dat te financieren en het zal nog minstens 1 jaar duren vooraleer het KB in het Staatsblad verschijnt. “Intussen moet de cardioloog deontologisch gezien deze prestatie voorstellen aan patiënten die daarvoor in aanmerking komen, want hij wil natuurlijk de best mogelijke behandeling. En dus zit er niets anders op dan hiervoor een supplement aan te rekenen. Supplementen dekken dus een bredere lading dan wat wordt voorgesteld in de media.”

Ingeperkt

In de loop van de laatste tien jaar zijn er trouwens heel veel beperkingen opgelegd aan het supplementengebruik. Eenpersoonskamers, intensieve zorg, spoedgevallen, inslapende ouderen, enzovoorts. “Maar ik heb nooit gemerkt dat de bijdrage voor de hospitalisatieverzekeringen in dezelfde mate gedaald is.”

Minister Vandenbroucke zou met het idee gespeeld hebben om de ‘overwinsten’ van die verzekeringen aan te pakken, verklaarde hij aan De Specialist. Intussen is het stil rond dat dossier.

“Het is niet gezegd dat het echt om overwinsten gaat”, meent dr. Rutsaert. “Maar dit fenomeen moet alleszins bestudeerd worden.“ Tot slot merkt hij op dat – als men bespaart door doelmatige zorg – de zo behaalde winst voor 100% moet terugvloeien naar de sector zelf in 2024, en niet slechts de helft.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.