Wet gezondheidszorg: artsen bij de neus genomen (Bvas)

De Bvas voelt zich bekocht: de wet diverse bepalingen, onlangs gepubliceerd, komt nauwelijks tegemoet aan de afspraken die eerder gemaakt werden om het mini-akkoord artsen-ziekenfondsen 2017 te sluiten.

De wet waarvan sprake stamt van 11 augustus 2017 en verscheen in het Staatsblad op 28 augustus jongstleden (wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid). Eigenaardig genoeg wordt er nergens gerept over netwerken. “Ondertussen vergaderen in Vlaanderen ziekenhuisraden van bestuur en medische raden zich te pletter om die juridisch onbestaande entiteiten op te richten, remt Wallonië de zaak af, bakkeleiet Brussel of er nu twee of drie van die schimmige structuren nodig zijn, liggen UZ’s dwars omdat hun hegemonie bedreigd wordt en willen de gemeenschapsministers eigen verbanden met de eerstelijnszorg.”

Merkwaardige wetgeving

Verpletterende kritiek dus van Bvas-voorzitter Marc Moens en daar houdt het niet mee op: “De wet wijzigt de ziekenhuisprogrammatie, maar die wijzigingen zullen verdwijnen op de dag van de eerste bijeenroeping van de nieuw verkozen Kamer na de eerstvolgende federale verkiezingen. Dus zijn deze gewijzigde procedures slechts tot ergens in 2019 toepasbaar. Merkwaardige wetgeving”, aldus het artsensyndicaat, dat zich bekocht voelt.

Vooral dan als het aankomt op de afspraken, gemaakt voor het akkoord artsen-ziekenfondsen. De Bvas vroeg een financieel meerjarenkader zodat ook budgettair twee jaar vooruit kan worden gedacht. De nieuwe wet maakt dit nu mogelijk, maar verplicht het niet. Deze tegemoetkoming is het enige lichtpuntje. De overige wetswijzigingen realiseren eerder het tegenovergestelde van wat werd gevraagd:

  • geen medezeggenschap in overeenkomsten ziekenhuizen -mutualiteiten voor verstrekkingen door artsen in ziekenhuizen;
  • geen bijkomende rechtszekerheid over de afgesproken honoraria;
  • de opzegging en ontbinding van een akkoord wordt quasi onmogelijk gemaakt;
  • de vraag tot het waarborgen van de indexering krijgt geen gehoor;
  • het recht op een sociaal statuut voor artsen die verder praktiseren na hun pensionering wordt niet toegekend.

Gebroken of niet gerealiseerde beloftes zijn er ook:

  • meer inspraak van de zorgverstrekkers door een wijziging van de stemprocedure in het Verzekeringscomité;
  • de financiering van de artsensyndicaten is slechts geregeld tot eind 2014. Een in april 2016 goedgekeurd KB voor de financiering vanaf 2015 geraakt niet gepubliceerd. Voor 2015 en 2016 ontving de Bvas voorlopige voorschotten, voor 2017 nog helemaal niets;
  • de bespreking van de modaliteiten voor de artsenverkiezingen blijft uit.

De Bvas is dan ook ongemeen hard voor de regering: minister De Block houdt geen rekening met fundamentele opmerkingen bij de voorbereiding van de wet over de forfaitarisering van honoraria voor relatief goed te standaardiseren zorg. De gevraagde waarborg voor een strategische en operationele betrokkenheid van artsen bij het beheer van de nog op te richten netwerken staat nergens, want er is nog geen spoor van een juridisch kader.

Conclusie: de artsen worden bij de neus genomen. Chaos dreigt voor de ziekenhuiswereld.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.