De gynaecologen stonden helaas niet op de voorste rij toen de conventietarieven werden afgesproken, zegt dr. Tom Bovyn. “Wij zijn al lang vragende partij voor een herijking van de erelonen. Uit het Health Professionals Report blijkt nogmaals dat we financieel achterop lopen bij vergelijkbare specialismen. Laat de herijking dus maar snel van start gaan.”

Volgens het rapport over gynaecologie van het Riziv bedroeg de bruto-omzet van een voltijds actieve gynaecoloog in 2023 op de kop af 253.963 euro. Wat Tom Bovyn, bestuurslid van de Beroepsvereniging van Belgische Verloskundigen en Gynaecologen, vooral opvalt in het rapport is de kloof met een groep van vergelijkbare chirurgische disciplines. Het gemiddelde aan terugbetaalde prestaties voor die groep loopt op tot 357.861 euro, een verschil van ruim 100.000 euro. “Dat stemt tot nadenken”, zegt de Gentse gynaecoloog.

Dat de bruto-inkomens in een periode van 10 jaar nauwelijks stegen, wijt hij aan verschillende factoren. “We kregen lange tijd niet de volledige indexering. De laatste jaren hebben we ook heel wat ingeleverd, te beginnen met de laagvariabele zorg van Maggie De Block. Maar ook de mindere omzet tijdens de coronajaren werd niet gecompenseerd.”

Meer subspecialisatie
Hij ziet daarnaast ook andere oorzaken: “We zijn met meer gynaecologen om hetzelfde werk te doen. Het feit dat een uitstrijkje niet meer jaarlijks wordt terugbetaald maar om de drie jaar voor vrouwen van 25 tot en met 29 jaar en om de vijf jaar voor 30 tot en met 64 jaar maakt dat we een ander publiek krijgen. We zien minder patiënten voor ‘controle’ en meer patiënten met een complexe problematiek. Naast een toegenomen complexiteit is er ook de vraag naar meer en meer subspecialisatie. Dat vertaalt zich helaas niet in een betere verloning.”

Verder is er ook een daling van het aantal ingrepen, vervolgt Tom Bovyn. “We doen minder hysterectomieën en laparotomieën, waarschijnlijk door betere medicatie, en meer minimaal invasieve chirurgie. Elk jaar hebben we over op ons budget.” Daarnaast speelt het dalend geboortecijfer de gynaecologen parten. Ook de toegenomen druk van de eerstelijnsvroedvrouwen laat zich voelen. “En tot slot mogen we niet vergeten dat er een devaluatie was van een aantal prestaties. Denk maar aan de nummers voor monitoring en voor hoogrisico-echografie.”

Teken aan de wand
"Het is veelbetekenend dat amper 32% van de FTE gynaecologen is toegetreden tot het akkoord artsen-ziekenfondsen", zegt Tom Bovyn. “Die lage conventiegraad is een teken aan de wand dat de conventietarieven te laag zijn en dus graag worden gecompenseerd met een ereloonsupplement. Vooral in Vlaanderen is de verleiding om te deconventioneren groot. In Brussel, Luik en Henegouwen zijn er aanzienlijk meer vrouwen met verhoogde tegemoetkoming, daar zien we een ander beeld.”

Over het hoge percentage van 93% geaccrediteerde gynaecologen is Tom Bovyn heel erg te spreken. “We zien dat de gynaecologen zich zeker willen bijscholen. Met de Vlaamse wetenschappelijke vereniging VVOG zetten we al geruime tijd in op goede, waardevolle wetenschappelijke bijscholingen. Dat werpt zijn vruchten af.”

Transparantie is goed
Of hij het een goede zaak vindt dat het Riziv de Health Professionals Reports per specialisme online zet? “Transparantie is goed. Nog beter is de rapporten uitleggen en verklaren. Dat kan enkel door de bevindingen eerst aan de beroepsgroep voor te leggen vooraleer ze te publiceren. Dit is dan ook een warme oproep om de dialoog aan te gaan. Dat moet ook lukken want we hebben Pascal Meeus, de auteur van het rapport, al mogen verwelkomen op ons congres ethiek en economie.”

Ondanks de tekortkomingen zijn de rapporten bruikbaar als een goede basis voor een objectieve herijkingsoefening, aldus nog dr. Bovyn. “Uit dit rapport kunnen we alleen maar besluiten dat het voor de gynaecoloog wel wat meer mag zijn voor de geleverde prestaties.”

> Klik hier voor het rapport

> Lees ook: Koopkracht gynaecologen daalde met 20% sinds 2018