VS-psychologen stonden CIA bij met folteringen

De APA (American Psychological Association) bezondigde zich aan verregaande hand- en spandiensten voor de CIA toen die folterpraktijken toepaste na de aanslagen van 11 september. Dat blijkt uit een opzienbarend rapport. Physicians for Human Rights spreekt van een ongezien verraad van ethische en rechtsprincipes en een van de grootste medische schandalen in de geschiedenis van de VS.

Het rapport, dat 565 bladzijden telt, laat geen spaander heel van de praktijken van de APA. De APA geeft toe dat "een kleine groep APA-vertegenwoordigers en regeringsmedewerkers" zeer problematische geheime afspraken maakte.

De APA is ook verantwoordelijk voor erg omstreden aanbevelingen als het om folterpraktijken gaat, zoals waterboarding en folteringen door slaapdeprivatie. Die praktijken werden zogenaamd 'psychologisch begeleid' waardoor ze een legitiem kantje kregen. Twee legerpsychologen, James Mitchell en Bruce Jessen, speelden een sleutelrol bij de ontwikkeling van de 'verscherpte  verhoorprogramma's'. De CIA - nu de NSA - verantwoordde de folteringen door de stelling dat 'richtlijnen voor patiënten niet golden voor terreurverdachten.' Mel Gravitz, een autoriteit bij de psychologen, ondersteunde de aanpak en liet zich gebruiken om de weerstand ertegen de kop in te drukken. Gravitz werkte ook nog eens samen met het etisch comité van de APA, meldt de New York Times. Ook twee voormalige APA-voorzitters traden als 'raadgever' op. De CIA zou de APA voorts gul ondersteund hebben bij haar congressen. 

Inmiddels heeft de APA zich voor deze handelswijze verontschuldigd, maar of de vereniging er zo makkelijk van zal afkomen, is zeer de vraag. 

P.S.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.