Ziekenfondsen mogen het privéadres van artsen op hun website publiceren als dat samenvalt met hun werkadres.
Ze mogen evenwel geen ‘pure privéadressen’ bekendmaken.
Het is aan de artsen om alleen hun beroepsadressen door te geven aan officiële instanties, adviseert de Orde.
Het advies van de Orde volgt daarmee het sectoraal comité van de sociale zekerheid en de gezondheid van de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. “Elk adres waar een arts daadwerkelijk zijn beroepsactiviteiten uitoefent, mag worden vermeld op de websites van de ziekenfondsen, ook al valt het samen met zijn privéadres. Als de beroepsactiviteiten worden uitgeoefend in een gedeelte van de privéwoning van de arts, is de publicatie van het adres in kwestie overigens niet problematisch: het kan veelal ook via andere kanalen worden achterhaald.”
Enkele artsen vonden het niet kunnen dat de ziekenfondsen hun privéadres publiceerden. Ze dienden daarom klacht in. De ziekenfondsen mogen in beginsel geen pure privéadressen bekendmaken: adressen die niets met de beroepsactiviteiten van een arts te maken hebben. Het behoort evenwel tot de verantwoordelijkheid van de arts zelf om aan de officiële instanties (zoals het Riziv) zijn correcte beroepsadres(sen) door te geven. “Hij kan zich niet verzetten tegen de publicatie van zijn privéadres als hij het zelf als beroepsadres heeft gemeld”, preciseert de Orde. De Nationale Raad raadt de artsen aan om een correctie te laten uitvoeren waarbij enkel het beroepsadres gepubliceerd wordt als zij dat nodig achten.