Einde federale fase voor Vandenbroucke "niet onmiddellijk aan de orde"

Voor minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) is het stopzetten van de federale fase in de strijd tegen het coronavirus "nu niet onmiddellijk aan de orde". Dat heeft hij  verklaard in de plenaire Kamer, naar aanleiding van de vierde fase in de coronacrisis en zijn oproep om alles uit de kast te halen om die zo snel mogelijk te overwinnen.

Tijdens het komende Overlegcomité van volgende week zou normaal gezien het einde van de federale fase worden besproken. Die komt er grofweg op neer dat de coördinatie van de aanpak van de crisis op het federale niveau gebeurt. In de praktijk werden de coronamaatregelen steevast afgesproken tijdens het Overlegcomité, waar alle regeringen mee rond de tafel zitten. Bedoeling was dat de regio's binnenk ort de regie in handen zouden krijgen.

Ondertussen zit het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames wel weer in de lift. Tijdens het wekelijkse vragenuurtje stelde Franky Demon (CD&V) dan ook dat er voldoende redenen zijn om de verlenging van de federale fase te overwegen. En ook Barbara Creemers (Groen) vroeg zich af of het wel slim is nu te spreken over het einde van de federale fase. "Ik denk dat dit nu niet onmiddellijk aan de orde is", bevestigde Vandenbroucke dat standpunt.

Hij gaf ook aan dat het eventueel afkondigen van een epidemiologische noodsituatie gebeurt op basis van een wetenschappelijk advies. Die afkondiging staat beschreven in de Pandemiewet, die het parlement een tijd geleden goedkeurde en die de juridische basis moet bieden voor maatregelen om de verspreiding van de ziekte tegen te gaan. "In functie van een eerstvolgend advies zullen we de vraag stellen of de Pandemiewet moet worden geactiveerd", stelde de minister.

Hij herhaalde dat de stijging van het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames weliswaar verwacht was, maar zich wel fors aandient. Hij benadrukte het belang van vaccinaties, ook op de scholen, en bevestigde dat de vaccinatie van het personeel in de zorgsector een vanzelfsprekendheid moet zijn.

Yngvild Ingels (N-VA) reageerde sceptisch op de uitspraken van de minister. Ze vroeg zich af op welke criteria de minister zich baseerde om het over de vierde fase te hebben en wat hij met zijn uitspraken hoopte te bereiken. Ook plaatste ze vraagtekens bij de experten die dat advies moeten aanleveren. "Bekijken zij ook de mentale impact?", vroeg Ingels. "Het lijkt alsof de politiek haar verantwoordelijkheid afschuift op experten, maar het is de politiek die beslist. Welke motiverende boodschap willen we geven aan de bevolking?"

Lees ook: "Nu afstappen van federale fase zou niet verstandig zijn" (Van Ranst)

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.