Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) waarschuwt dinsdag dat sommige COVID-19-patiënten symptomen van hemolyse (de versnelde afbraak van rode bloedlichaampjes) kunnen vertonen als ze behandeld worden met hydroxychloroquine.
Hydroxychloroquine, verkocht onder de merknaam Plaquenil, is een medicijn voor de behandeling van onder meer reumatoïde arthritis en lupus. Het middel helpt mogelijk ook tegen het coronavirus, en daarom kan het in bepaalde omstandigheden in het ziekenhuis gebruikt worden voor COVID-19-patiënten.
Het FAGG meldt dinsdag dat een patiënt van 32 jaar twee dagen na de start van de behandeling tekenen van hemolyse vertoonde. De patiënt bleek G6PD-deficiënt te hebben, een erfelijke stofwisselingsziekte. De patiënt kreeg een transfusie van rode bloedcellen en foliumzuur, en de behandeling werd voortgezet. De toestand van de patiënt verbeterde, en hij/zij kon het ziekenhuis verlaten.
Het FAGG raadt voorzichtigheid aan bij het gebruik van hydroxychloroquine bij patiënten met een G6PD-deficiëntie. Aan COVID-19-patiënten die worden opgenomen moet gevraagd worden of ze de aandoening hebben. Als ze behandeld worden met hydroxychloroquine, moet gewaakt worden over tekenen en symptomen van hemolyse. Ook na het stopzetten van de behandeling blijft waakzaamheid geboden.
Tekenen van hemolyse zijn onder meer bleekheid, moeheid, duizeligheid en soms een lage bloeddruk. Acute hemolyse kan gepaard gaan met rillingen, koorts, lagere rug- en buikpijn, uitputting en shock.
