Hulpdiensten gebruikten in luchthaven bagagewagentjes om slachtoffers te evacueren

Na de explosies in de vertrekhal van Brussels Airport hebben de hulpdiensten gebruik gemaakt van bagagewagentjes om slachtoffers zo snel mogelijk uit die vertrekhal te evacueren. Dat is gebleken uit de getuigenis van een majoor van de Brusselse brandweer. Die was met verschillende hulpcolonnes eerst naar de luchthaven vertrokken, maar moest nadien terugkeren naar Brussel, om hulp te bieden bij de aanslag in het metrostation Maalbeek.

"We hebben rond 08.00 uur een oproep gekregen dat er zich een explosie had voorgedaan in de luchthaven" zei majoor Nicolas Jalet. "We hebben meteen verschillende hulpcolonnes uitgestuurd, maar we hielden ook meteen rekening met een terreuraanval op verschillende plaatsen."

In de vertrekhal van de luchthaven hadden net voor 08.00 uur twee explosies plaatsgevonden, op twee verschillende plaatsen. De schade in het gebouw was dan ook enorm en de hulpdiensten zagen zich bij aankomst geconfronteerd met een meer dan chaotische situatie. Het bevel op het terrein werd gevoerd door een brandweerofficier die 20 jaar ervaring had en noties had van oorlogsgeneeskunde, aldus majoor Jalet: "Die heeft zijn manschappen meteen twee richtlijnen meegegeven. Ten eerste, hun aandacht zoveel mogelijk richten op  slachtoffers die nog tekenen van leven vertoonden, en op het trottoir buiten een eerste schifting maken tussen de slachtoffers, en ten tweede, rekening houden met de mogelijkheid van een nieuwe explosie, of een instorting van een deel van het gebouw."

De eerste prioriteit van de hulpdiensten in de luchthaven was zo snel mogelijk zoveel mogelijk slachtoffers evacueren uit de vertrekhal, net omwille van dat gevaar voor een explosie of een instorting; klonk het verder. Uit de foto's die tijdens het getuigenis van majoor Jalet vertoond werden, bleek dat de hulpdiensten daarbij gebruik hadden gemaakt van bagagewagentjes.

"Er waren niet genoeg brancards en onze mensen hebben de reiskoffers van die wagentjes gehaald om ze voor het transport van de slachtoffers te gebruiken", zei majoor Jalet. "Maar zelfs dat was niet genoeg om alle slachtoffers te verplaatsen."

De slachtoffers vertoonden zeer zware verwondingen, vaak met breuken, veroorzaakt door de explosies en de impact van rondvliegende materialen. Ook voor de hulpverleners was die confrontatie zwaar.

"Het eerste beeld dat de officier zag die als eerste ter plaatse was, was het levenloze lichaam van een vrouw met daarnaast twee huilende peuters", zei majoor Jalet. "Op dat moment moet hij dan een keuze maken tussen leiding geven aan zijn manschappen of meteen die slachtoffers hulp bieden."

Op de luchthaven zelf werd een vooruitgeschoven medische post op poten gezet, maar het aantal slachtoffers was zo groot dat die al snel te klein werd, aldus nog de majoor. "In het uur na de aanslag zijn we er wel in geslaagd om alle ziekenwagens, van de brandweer, de ziekenhuizen en de privéziekenwagens, zo te organiseren dat de slachtoffers vlot konden overgebracht worden naar de verschillende ziekenhuizen en de tweede vooruitgeschoven medische post in het ziekenhuis van Neder-over-Heembeek."

> Dokter op proces aanslagen: "Aanpak collectieve noodsituaties fundamenteel anders"

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.