De Kaasschaaf (und kein Ende…) (Jan Vercammen)

Geduld is een schone deugd die de meeste artsen niet bezitten. Toen minister Maggie de herziening van de ziekenhuisfinanciering aankondigde, dachten vele collega’s dat er vanalles opgelost ging worden door een krachtdadige-medische-aanpak: diagnose en therapie. Snijden en genezen.

Ze was immers toch één van de onzen?

Gelukkig geldt voor weermannen en politici niet het ‘no cure-no pay’ systeem. Beide professies schitteren immers in het uitleggen waarom aan het einde van de week het voorspelde zonnetje van een hemelsblauw hogedrukgebied alsnog in sloten wegregende door een transatlantische depressie.

Omnis comparatio claudicat.  De minister heeft hefbomen en bepaalt mee het weer, zou u kunnen opmerken? Na vijf jaar parlement is alvast één collega zich bewust van het omgekeerde. We leven immers in België: land van het overlegmodel. Dat klinkt idyllisch.

In de praktijk betekent het dat het Verzekeringscomité de lakens uitdeelt. In dat comité houden diverse vertegenwoordigers van ziekenfondsen en de zorgverstrekkers (artsen en andere vakgilden) mekaar in evenwicht, onder het oog van de ‘sociale partners’. De sociale partners vertegenwoordigen de betalers en dus sponsors van onze gezondheidszorg: vakbonden en werkgeversorganisaties. Boven het Verzekeringscomité staat de ‘Algemene Raad’. In die Algemene Raad zwaaien de sociale partners de plak, en zijn verstrekkers en ziekenfondsen in de minderheid. Deze keurt bijna altijd het ontvangen voorstel goed: een systeem van ‘checks and balances’.

Met andere woorden: er komt, net zoals bij het weer, geen minister aan te pas. Hij kan hoogstens faciliteren of blokkeren via de globale budgetten. Vooral als het geld echt op is bijvoorbeeld.

Decimeren inspannings-ECG

Het is nu bijna zover: het BFM (het Budget Financiële middelen), de geldstroom voor de ziekenhuizen is niet langer toereikend. De MAHA-analyse leert ons dat het balanstotaal van de ziekenhuissector 17,4 miljard bedraagt. Onze minister vindt de 8,5 miljard middelen die ze voor de ziekenhuissector budgetteert, ruim voldoende. De afhoudingen op de artsenhonoraria genereren ‘as we speak’ méér activa voor de ziekenhuiskassen dan…het BFM. 

Vorige week passeerde een illustratief KB: het inspannings-ECG van de cardiologen wordt gedecimeerd. Eén voorbeeld van de vele kleine ingrepen in de terugbetaling van diverse prestaties in diverse disciplines.

Aan de andere kant van uw hangende hesp snijden de ziekenhuizen: op veel plaatsen worden nu de financiële regelingen (lees: afhoudingen op de honoraria) herzien. Niet naar beneden. Zover was u al? De oplopende ICT-kosten (EMD,  JCI, NIAZ,…) zorgen voor een bijkomende belasting die de ziekenhuisdirectie als ‘indirecte kost’ zal aanrekenen.

Een kaasschaaf die snijdt aan twee kanten.

Ooit barst de bom. Voorlopig zal de schade zich beperken tot wat meer specialisten die de conventie voor bekeken houden en/of uit de ziekenhuizen weglopen naar de privé, in de hoop op wat meer geld van hun waar.

De fanfare speelt verder. Met iets minder leden en iets minder geluid. Boeiende tijden.

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.